Cytomegalovirus en zwangerschap

In dit artikel

Congenitale cytomegalovirusinfectie (cCMV) is wereldwijd de meest voorkomende aangeboren virale infectie (0,64% prevalentie) en een belangrijke oorzaak van gehoorverlies en ontwikkelingsstoornissen.
De recent gepubliceerde aanbevelingen van het European Congenital CMV Initiative (ECCI), gepubliceerd in The Lancet benadrukken het belang van vroege diagnose.
Risico's & transmissie
CMV wordt overgedragen via lichaamsvloeistoffen, vaak door contact met jonge kinderen. Vooral een primaire maternale infectie (PMI) in het eerste trimester is risicovol: het transmissierisico bedraagt dan 32% en kan leiden tot ernstige foetale schade. Niet-primaire infecties (reactivatie of herinfectie) zijn frequenter, maar zelden ernstig (<3,5% transmissie).
Serologische diagnose & opvolging
Hoewel CMV-screening tijdens zwangerschap in Vlaanderen geen routine is, kan serologische testing (IgG, IgM en IgG-aviditeit) cruciale informatie opleveren bij vermoeden van infectie. Screening op CMV is enkel aangewezen tot 14 weken zwangerschapsduur.
Een positieve IgM én lage IgG-aviditeit wijzen op een recente infectie (<3 maanden). Interpretatie vereist voorzichtigheid gezien de kans op aspecifieke reacties en langdurige IgM-persistentie. In geval van twijfel is opvolgtesting na 3-4 weken aanbevolen. CMV-PCR op vruchtwater blijft de gouden standaard voor foetale infectie, en wordt uitgevoerd vanaf 18 weken zwangerschap en minstens 8 weken na seroconversie.
Valaciclovir als mogelijke behandeloptie
Nieuwe data tonen aan dat valaciclovir (8 g/dag oraal) het risico op verticale transmissie bij PMI in het eerste trimester met 66% zou kunnen verminderen. Hierbij wordt dan de behandeling gestart bij diagnose en voortgezet tot het PCR-resultaat op het amnionvocht beschikbaar is. Valaciclovir is echter momenteel enkel beschikbaar in studieverband (www.treatcmv.be). De resultaten van het onderzoek worden snel verwacht.
Advies voor de praktijk
Preventie start idealiter vóór de zwangerschap. Informeer zwangeren (vooral seronegatieven) over hygiënemaatregelen zoals handhygiëne en vermijden van speeksel- en urinecontact met jonge kinderen (vooral verversen van luiers).
Vroegtijdige serologische screening en juiste interpretatie zijn cruciaal voor risicostratificatie en opvolging.

Conclusie
De beschikbaarheid van effectieve behandeling zal vroegtijdige opsporing van CMV nog meer klinisch relevant maken. Vroege herkenning en diagnose van cCMV maken preventie en behandeling mogelijk. De ECCI-aanbevelingen bieden een klinisch bruikbaar kader voor het beheer van cCMV.
Voor vragen of overleg: contacteer één van onze klinisch biologen voor ondersteuning bij diagnostiek of interpretatie.